In 1923 kwamen opa Bor Borren en zijn vrouw Metje naar de Lankerenseweg en bouwde daar een boerderij. In die tijd was het nog gebruikelijk dat er zowel koeien, varkens als kippen gehouden werden. Opa Borren begon dan ook met 8 melkkoeien, 30 varkens, 300 kippen en een kuikenstal voor eigen opfok. Ook was er natuurlijk een paard voor het werk op het land. Op de 12 ha werd voornamelijk haver en rogge verbouwd ( 7 ha) en de rest was grasland voor het vee. De koeien stonden in het achterhuis op de deel en de varkens in een aparte schuur naast de boerderij. Van de kippenhokken stond er één direct achter de boerderij en de andere verspreid over het land.
De Lankerenhof bestaat uit een opfokstal voor leghennen en haantjes en twee leghennenstallen. Alle stallen beschikken over een uitloop naar buiten. De hennen hebben alle ruimte om zich naar hun natuur te gedragen. Een automatisch systeem strooit regelmatig graankorrels over de dikke laag bodemstrooisel. Zo kunnen de hennen zelf een deel van hun kostje bij elkaar scharrelen en blijven ze lekker actief.
Kippen zijn van oorsprong dieren die in de bosrand leven. Ook onze legkippen vinden het prettig buiten onder de beschutting van bomen en struiken te scharrelen en stofbaden te nemen. Daarom kunnen de hennen op De Lankerenhof ook buiten lopen in een afwisselend beplante uitloop.
De zijwanden van de stallen bestaan voor een groot deel uit lichtdoorlatende materialen. Zo profiteren de dieren volop van natuurlijk licht. Daglicht is erg belangrijk voor een kip. Het is goed voor de gezondheid, maakt de hennen actiever maar zorgt tegelijkertijd voor rust. Kippen herkennen elkaar aan de kleur en vorm van de kam, omdat ze elkaar door veel daglicht goed kunnen herkennen zijn er minder rangorde ( pikorde) gevechten. Voor de donkere winterdagen zijn speciale daglichtlampen gemonteerd, zodat de hennen ook dan actief kunnen zijn.
"Het houderijconcept is erop gericht het milieu zo min mogelijk te belasten."